Een rondje bloeddruk meten op sectie kip en ropa B

13-12-2013 19:24

“Iiiik heb nergens last van hoor, alles prima in orde! En iedereen wordt maar ziek: problemen aan het hart, suiker, kanker… maar ikke niet hoor, ik voel me kiplekker!” kirt de dame van de marktkraam waar we als eerste langs gaan vandaag. We meten de bloeddruk van haar dochter, die gewoonlijk tweehonderd-zoveel over meer dan honderddertig is, waar 130/80 normaal is. “Het kan zijn dat hij vandaag wat hoog is, want ik maak me zorgen over een familielid dat erg ziek is,” zegt de vrouw voor we de cuff rond haar arm opblazen. “Hoge bloeddruk, kanker.. ha! Ik heb nergens last van!” hoor ik de oudere vrouw achter de toonbank zeggen tegen niemand in het bijzonder, en ik probeer een glimlach te onderdrukken.

“Tweehonderd dertig over honderd en vijftig,” stellen we bij haar dochter vast. “Zie je wel, ik neem echt mijn tabletten wel, maar ik ben zo gespannen…” Ze vertelt over de klachten, de behandeling en de ziekenhuisbezoeken van haar familielid de laatste tijd, en we zitten een minuut of tien het bankje voor haar kraam te kletsen over wat haar bezighoudt. Tenslotte schrijven we haar bloeddruk op en vragen haar wanneer ze weer naar de dokter gaat, zodat we haar waarden op papier kunnen meegeven om te laten zien. “Ha, dokters. Ik heb ze niet nodig, ik voel me goed. Ha!” Gelukkig maar, één bloeddruk van boven de tweehonderd in de familie is genoeg.

                            

Moeder, dochter en Jenni, niet uit het verhaal (Foto met toestemming genomen en gedeeld)

Theoretisch gezien kunnen de mensen van de markt bij het Subcentro terecht, een medische post vlakbij de markt waar ze gratis zorg kunnen krijgen. Maar voor een gewone afspraak moet je vaak uren in de wachtkamer zitten en dat betekent dat je in die tijd niets kunt verkopen en dus niets verdient. Vier keer in de maand dus voor wekelijks je bloeddruk meten. Nee, dat is niet helemaal gratis.
Vanaf januari gaan we met een stand op de markt werken zodat de mensen eraan gewend raken zelf hun verantwoordelijkheid te nemen. Maar tot het zover is, gaan we nog bij de kramen langs om de bloeddruk te meten, informatie te geven en zonodig doktersafspraken te maken.     

                               

Jenni met een verkoopster, niet uit het verhaal. (Met toestemming genomen en gedeeld.)


Intussen zijn we druk bezig om een programma te ontwerpen voor deze straat-/marktkliniek met als doel de mensen uiteindelijk in staat te stellen zelfstandig hun weg te vinden naar de Subcentro en hun ziekte zelf onder controle te houden. We gingen op zoek naar Ecuadoriaanse protocollen voor bloeddruk en diabetes, we maakten “oficios” (samenwerkings voorstellen) voor de chef van de markt, de Subcentro en het ministerie van gezondheid in Quito, die we ons plan voorstellen en om advies en samenwerking vragen, we checken of we wel in de lijn met de doelen van CENIT werken en we maken plannen voor het speerpunt onderdeel van het programma: “informatie en preventie”. En we ontwierpen een training voor vrijwilligers zonder medische kennis en ervaring zodat het programma ook door kan gaan als wij straks weg zijn (Jenni blijft een jaar); de eerste twee van de vijf trainingen zijn al achter de rug en goed geslaagd!

Maar voorlopig dus nog even van kraam tot kraam met onze bloeddrukmeter: bij de volgende stop doen we een bloeddruk en Engelse les combinatie, want daar is altijd een zoon die Engels studeert op zijn vrije zaterdag, en die heel graag wil oefenen. Zijn vader vindt het leuk om ons te laten weten dat hij zich ons herinnert. “Aaaah, Jenny, uit de Verenigde Staten! Y… de Holanda!” Hij schudt mijn hand en vraagt verontschuldigend: “Como es?” “Nelly,” antwoord ik, en ik zie zijn gezicht opklaren bij de herkenning. “Y Nelly, de Holanda!” We meten de bloeddruk van zijn vrouw, we vragen hoe het gaat, we oefenen Engels en we hebben het over familie, Ecuador en de plannen en dromen van hun zoon. Als ze zeggen dat de helft van het werk in medische dienstverlening communicatie en patientencontact is, zijn we zeker op de goede weg. Onze favoriete oma stopt ons een mini-maiskolf en een stukje kip toe, we wensen ze een goede dag en we gaan op weg naar de sectie van tweedehands kleren.

                                

Familie met oma (R), vader, Jenni, moeder en zoon. (Met toestemming genomen en gedeeld)


Daar wacht onze volgende patient. Haar bloeddruk is wat minder hoog dan die van sommige anderen, maar ze heeft klachten die op hartproblemen zouden kunnen wijzen. Ze had een afspraak voor een ECG en bloedonderzoek voor vorige week, zegt ze, maar ze had zich in de maand vergist. En nu is de volgende afspraak voor februari. Haar bloeddruk blijft hoog ondanks het feit dat haar medicijnen voige maand veranderd zijn.
“Let je ook op andere dingen, zoals eten en beweging?” Haar ogen beginnen te stralen. “Oh ja, ik dans salsa! Een paar keer per week. Wacht, kijk, zo.” Ze staat op en geeft heupwiegend een  enthousiaste demonstratie, en ze pakt mijn handen om me uit te nodigen mee te doen. Zo dansen we de salsa midden in de sectie van Ropa B, terwijl de andere verkopers glimlachend of hoofdschuddend blijven staan kijken.

                                

Dancing Nelly en Margaretha. (Met toestemming genomen en gedeeld.)


“Ga een keer mee dansen, chicas!” zegt ze als we uitgedanst zijn.
Wie weet doen we dat wel een keer. En niet alleen maar voor het patientencontact. :P

Tot volgende week, bailarina!

—————

Terug