Het leven is wat je gebeurt terwijl je andere plannen maakt. Of geen plannen.

09-05-2014 16:47
Er zijn dingen die je maar één keer in je leven doet. Vergeten je voeten in te smeren aan de Ecuadoriaanse kust, bijvoorbeeld. Binnen een paar uur waren alle tekenen van inflammatie in oncomfortabele intensiteit aanwezig: rubor, tumor, calor, dolor. Roodheid, zwelling, warmte en ... pijn! Veel pijn. Een extra dag of drie in Puerto López dus, voordat ik weer zonder al te kreupel te lijken op mijn slippers kon rondlopen. Overigens heeft iemand met Puerto López aan zee als uitvalsbasis weinig te klagen. Behalve dan misschien dat het aantal Europeanen per vierkante meter wat hoog is naar mijn zin, en dat er een rits cabañas langs het strand staat die allemaal al vanaf het middaguur tot ´s avonds foute muziek met een te harde bas het strand op schetteren. En dat je "dus" ook niet gewoon kunt gaan ontbijten of water kunt kopen zonder de tour-aanbiedingen, hotelkamers en ritjes in moto-taxi om de haverklap af te moeten slaan. 
 
                   
 
Maar door de week is dat allemaal gelukkig een stuk minder, helemaal als je de tropische nachten doorbrengt in hostel Carlos Alberto aan het einde van het dorp waar de straatverlichting al opgehouden is. Uit de categorie: „Morgen moeten we naar de dokter in een ander dorp, hier heb je de sleutel van de voordeur.“ (zie: www.youtube.com/watch?v=EZ7w19fe7T4) Carlos Alberto is de helft van het bejaarde echtpaar dat trouw de hele dag op plastic stoelen in de schaduw van het huis de deur zit te bewaken (wat overigens voor mij ook de reden was om naar kamerprijzen te vragen). Ik zeg ze gedag voor het weer weekend wordt en ik heb dan ruim de tijd om voorlopig afscheid te nemen van het broeierige centrum terwijl ik op de bus naar Olón wacht. „Alleen maar strand met het dramatische landschap van groene heuvels die tot de zee reiken,“ klinkt compleet genoeg voor mij. 
 
Maar al snel na het uitstappen hoor ik de reggaeton in de hoofdstraat (luisteren ze hier dan echt nergens anders naar?) en zie ik de hele rij gekleurde tenten met strandstoelen voor de kustlijn opgesteld. Oh nee. Nog voor ik drie stappen op het gloeiende zand heb gezet, heeft het eerste mannetje me al gevonden. No gracias, ik wil niets, tenzij je me zojuist aanbood om me met rust te laten. In dat geval: ja, graag, dankjewel. Vastbesloten keer ik mijn rug naar Olón en begin ik over het brede zand langs de branding te lopen, op zoek naar een simpel hostal met een ouder echtpaar op plastic tuinstoelen voor de deur. Zonder reggaeton. 
 
                   
 
Het blijkt een typisch gevalletje van „wrong place, wrong time“. De honderden meters lange hekken langs de enorme resorts worden slechts afgewisseld door luxe villa´s met windproof hoek-afstelbare parasols. „Hallo meneer, is dit een hotel?“ „Nee, dit is mijn huis.“ “Oh.” Het lijkt wel een hotel. Ik acht de kans klein dat ze aan couchsufring doen, dus ik vraag er maar niet naar. Maar was ik een paar momenten geleden nog vooral bezig met waar ik hier ergens een gezellige slaapplaats kan vinden, nu ik weet dat meer dan de helft van de optrekjes hier particulier bezit zijn, doet het „huisjes kijken“ me even vergeten dat ik op zoek ben naar een bed voor vannacht. Bovendien is het „the wrong time“, de donderdag voor de feriado van Semana Santa begint, zodat zelfs villa-eigenaren die wel aan couchsurfing doen hun huis al vol hebben met familie en vrienden. 
 
Ik loop in mijn verwondering per ongeluk het eerste dorp voorbij, maar na anderhalf uur strandwandelen, staan er toch weer wat gewone-mensen huizen samen bij elkaar. Oei, vrijwel uitsluitend gewone-mensen huizen, geen idee of ze hier wel kamers hebben. Na twee „je mag wel in mijn huis slapen“-aanbiedingen van mannelijke hang-ouderen (jaja, uhm.. nee) en een „la dueña domt om vier uur terug“ (jaja), vind ik na met lokale hulp vijf keer het gehucht doorkruist te hebben (dat klinkt niet als een noemenswaardige activiteit, maar met twee tassen en een gitaar bij 35 graden in de schaduw denk je daar anders over), de vrouw met de sleutel tot het einde van mijn zoeken. Een kamer vrij. Alleen vandaag, want voor het weekend is het al geboekt. Ach, wie dan leeft... ik wil nu echt alleen maar zwemmennnnn! 
 
                  
 
„Zwemmen“ is wat veel gezegd, aangezien de hoofdactiviteit in het water varieert van staan (wat in de branding dan wel weer best nog wat energie vergt), dobberen, meedrijven en onder duiken. In het warme water ben je daar na een dag bussen en strandwandelen gemakkelijk anderhalf uur zoet mee. En ik ben niet alleen. Komt in andere dorpen iedereen in de avonduren samen op het kerkplein, hier is de branding tegen vijven de plaats om de buren tegen te komen. En aan de kant zit een klein publiek van niet-zwemmers naar het schouwspel in het water te kijken. Onder hen een echtpaar op klapstoeltjes. „Qué tal el agua, niña?” Het water is heerlijk, meneer. Maar ik ben vergeten te lunchen dus ik heb er nu wel honger van, enig idee of ik hier ergens iets te eten kan krijgen? Ze kijken elkaar even aan en zeggen: „Er is hier niet echt een restaurant ofzo... maar je kunt wel bij ons komen eten als je wil. Venga, vamos!“ 
 
                                   
 
„Bij ons“ heeft een zwembad, een woonkamer en een keuken van minstens vijfitg vierkante meter en drie verdiepingen met ruime balkons met hangmatten en uitzicht op zee. Ik krijg een bord met gebakken vis en rijst en koffie aan het zwembad toe. Ik pak er voor de gelegenheid maar even de gitaar bij :). De heer des huizes importeert vrachtauto´s uit China en morgen komt zijn hele familie voor een paar dagen vakantie vieren. Drie zoons en zestien kleinkinderen, dat wordt vast een gezellige boel. „Hoe lang blijf je?“ „Oh, één dagje maar, ik moet morgen de kamer uit, want die is gereserveerd voor het weekend.“ Ze knikken. „Wel... ons huis is zoals gezegd ook redelijk vol, maar we hebben wel een plaatsje voor je als je wil. Oh, en kom morgen ook zeker ontbijten als je wakker bent.“ Dat is dan geregeld. 

                             
 
Hun hele manier van doen doet me vergeten te vragen hoeveel de maaltijd kost. En de kamer morgen. Nou ja, het kan me eigenlijk ook weinig schelen, en mijn goed-volk-meter staat bovendien helemaal in het groen. Het zal dus wel loslopen. Na nog even filosoferen in een hangmat na de koffie, pak ik mijn gitaar en wandel ik terug naar mijn kamer. Ik ben me nog niet half bewust van wat me de komende dagen te wachten staat, maar ik sta op het punt om dat uit te vinden. Buenas noches, Las Nuñas het het hier, hasta mañana.
 
                                  

—————

Terug