Zwart-wit? De zuster die mijn snoep opat en de dief die mijn jas teruggaf.

29-12-2013 17:03
Daar stond ik dan op maandagmorgen met mijn snoep zonder naam voor de rieten mand in de comunidad. Toen ik op vrijdagmiddag was langsgekomen om mijn dagelijkse snoep-bijdrage te doen, was hij helemaal leeg geweest, maar nu lag er een hoop lekkers in… en allemaal met een naam erop! Hee, dát hadden ze me niet verteld (wat niet verwonderlijk is: communicatie hier is minstens even moeilijk als in Nederland en overal). ¨Gladyyyys! Moet je een naam opschrijven als je iets in de mand doet?¨ Gladys kijkt me wat verwonderd aan. ¨Claro! Anders weet je amigo secreto (geheime vriend) niet welk snoep voor hem of haar is!¨ Oh nee, ik dacht dat alles van de hele week verzameld werd en dan op vrijdag tijdens onze kerstbijeenkomst verdeeld. ¨Dat had je me niet verteld… Ik weet niets van geheime vrienden, ik kom uit Hollaaaand!¨ zeg ik met een knipoog. Arme Gladys, ze loopt over met werk en sinds we vorige week lootjes hebben getrokken, heeft ze werkelijk geen enkele gelegenheid voorbij laten gaan om ons te vertellen dat we niet moeten vergeten een kaart te maken en te schrijven voor onze amigo secreto, zodat iedereen zeker iets krijgt… maar dit was ze dus even vergeten te melden. En arme Ruth, wiens naam ik had getrokken: die heeft nu twee dagen niets gehad! Overigens ben ik ook meteen gaan kijken of er iets voor mij bij zat, maar dat was niet het geval. 
 
                                
¨Waar zou het snoep dan gebleven zijn dat ik vrijdag zonder naam in de mand heb gedaan?¨ vraag ik met een bedenkelijk gezicht aan Gladys. ¨No sé,¨ antwoordt ze lachend, ¨misschien hebben de zusters het wel opgegeten!¨ Ik stel voor om op hun deur te kloppen om ernaar te vragen, "want Gladys zei dat jullie het hebben opgegeten". Haha, jaja. ¨Mentira, mentira!¨ (¨Leugens!¨) grinnikt Gladys. Nou ja, ik ben in ieder geval even weg: nieuwe zoetigheden kopen. Met een naam erop deze keer. 
 
Vijf dagen lang is er niets voor mij bij, maar ik doe er met terugwerkende kracht elke dag iets voor Ruth in. Woensdag, de laatste dag van onze snoep-bijdragen, staan er een paar vrijwilligers en zusters binnen als ik bij de comunidad aankom. Als het gesprek op mijn snoep zonder naam komt, begint de hoofdzuster-directeur te lachen. ¨Ha! Oh, dat heb ik opgegeten! Ik dacht: hee, de mand is bijna leeg en hier staat geen naam op, en dus…¨ geeft ze toe. ¨Oh, maar ik heb het wel met Brendan gedeeld!¨ Dan herinner ik me dat Brendan vrijdagmiddag inderdaad thuis kwam met de mededeling: ¨Ik heb geluk mijn mijn amigo secreto: het is Ofelia en ze geeft lekkere dingen!¨ Dus. Vertrouw nooit een zuster met je chocola :).
 
                                        
Uiteindelijk was het hele secret amigo gebeuren een groot succes: tijdens de ontknoping vrijdag kreeg ik een super bewerkelijke zelfgemaakte kaart van een lerares van de school, die hem ook nog eens het liefst zelf wilde voorlezen (aah!), met een snoepzak erbij omdat ze die week geen tijd had gehad om iets in de mand te doen. (nog eens aah!) 
 
Ik had tegen mijn gewoonte in kerstkaarten geschreven, waaronder één voor hermana Ofelia. Ze is dan misschien pas iets meer dan een maand de nieuwe directrice en we hebben in die tijd niet veel direct gepraat, maar ze had me tijdens de allereerste bijeenkomst al voor zich gewonnen door als centrale stelling voor die kennismaking te nemen dat we de kinderen als ons voorbeeld moeten zien: om hun creativiteit en fantasie, hun veerkracht, enthousiasme en plezier om kleine dingen en hun gave om echt te vergeven. Dat op zich vond ik al een kerstkaart waard. :)
En zij had een reep échte chocola gekocht en een sjaal die ze met een glimlach en een knuffel aan me overhandigde. Het is ons vergeven. :). Vrolijk kerstfeest. 
 
                                  
Op weg naar huis wordt het bijna een niet zo vrolijk kerstfeest: ik loop niets vermoedend langs de stoeprand als plots… RATSJ! Iemand rent me hard voorbij en grist onderweg mijn jas mee die (dom!) over mijn tas hangt. Misschien heb ik de afgelopen tijd zoveel kinderen moeten ¨vangen¨ op het punt dat ze van een stoel vallen, elkaar op het hoofd slaan of met een potlood de ogen uitsteken, onder een auto lopen, de trap af kieperen of de wc onder water zetten, dat ik in een reflex meteen de achtervolging inzet, zodat zijn voorsprong niet erg groot wordt. En ik weet niet waarom ik denk dat het hem ook maar een bal interesseert, maar ik roep al rennend: ¨Mis llaves! Mis llaves!¨ (¨Mijn sleutels!), want die zitten nog in mijn jas. Ik weet niet zeker wat er daarna gebeurt, maar een moment later sta ik met mijn jas in mijn handen, met mijn sleutels erin op de rijbaan. Ik weet nog steeds niet of hij hem per ongeluk had laten vallen, of dat hij hem expres had losgelaten… maar ik geloof het liefst in dat tweede, temeer omdat hij mijn roepen beantwoordde met ¨ya, ya!¨ (¨ok, ok!¨) voordat hij de jas achterliet. Geen zwart-wit volgens mij, als ik dan toch mag kiezen. En het is hem vergeven. Vrolijk kerstfeest.  

—————

Terug