Doe maar “gewoon”, dan doe je luxe genoeg.

21-05-2014 18:05

Oké, ik wil hier weg. Het ontbijt was prima en het uitzicht is erg mooi, maar ik wil hier nu even niet langer zijn. Ik heb ze bijna allemaal zien binnenkomen: de man die nonchalant sloffend op zijn slippers zijn koffie haalt zonder ook maar “goedemorgen” te zeggen, de vrouw in jungle-proof afritsbroek en roze zonneklep die het Ecuadoriaanse personeel achterna blijft lopen tot dat ene ontbrekende kopje op tafel staat, de man met zijn dikke buik in een veel te strak Hilfinger shirt gehuld die al na twee minuten met zijn dikke vingers op tafel begint te trommelen omdat zijn gebakken ei nog even op zich laat wachten en de groep all-American girls in gerafelde spijkerbroekjes tot net onder de bil die met verveelde arrogantie de helft van hun ontbijt opeten terwijl ze bespreken wat de beste techniek is om je nagels te lakken. “Alsjeblieft” en “dankjewel” kosten schijnbaar extra. Een glimlach ook. Uit de categorie: met je vingers knippen als je iets wenst en met je ogen rollen als de keuken-dames jouw Engelse instructies niet verstaan. De Ecuadoriaanse keuken-dames in Ecuador bedoel ik. Ze spreken zelf geen woord Spaans en hebben misschien daarom ook wel een bus gehuurd om zich rond te laten rijden. Nee, nee, niet door de regio, door het land. Een bus. Alsof er daar al niet genoeg van zijn hier. Of er een mini-bar en jacuzzi in zit, weet ik niet.

Normaal is een ontbijtje snel verzameld bij de bakker, de fruitwinkel en het cubaanse (koffie!) café, maar volgens familie-traditie mag je tegen het einde van de vakantie een dag of twee “lekker luxe” doen. Nou ja, het moet wel comfortabel blijven natuurlijk. En hostel Nantú is een vriendelijk houten gebouw met houten meubels en gezellige kleedjes, wandschilderingen en olielampen. Alles erop en eraan bovendien (mijn referentiekader houdt ergens ver voor het Hilton op): een zwembad, bubbelbad, wifi en een pooltafel. Een lekker luxe ontbijtje kost vier dollar en wordt met broodjes, ei, fruit, koffie, sap, boter en jam boven geserveerd, met uitzicht op zee. Super, maar in dit gezelschap voelt zelfs alleen een ontbijtje hier extra overdreven.

       

Ik weet niet waarom het zo moeilijk is me niet te generen voor de vanzelfsprekendheid waarmee we omgaan met de luxe die we “verdienen”, maar zoals zovelen leg ik de schuld van mijn onvolkomenheden graag bij mijn ouders. Hun “blij zijn met wat je hebt” ging altijd in de eerste plaats over dingen die “normaal” zijn: gezondheid, familie, een huis, kadootjes voor Sinterklaas, naar school gaan, een auto en een baan hebben… maar eerlijk is eerlijk: ook over onze luxe vakanties. Luxe in de brede zin van het woord: met zijn vieren op de achterbank in twee dagen naar Spanje rijden met schuifpuzzels, walkmans en kleurboeken en een koffer met speelgoed op het dak. En dan vier weken beachballen of volleyballen, Donald Ducks lezen en cassettebandjes luisteren, elkaar ingraven, een fort tegen het water bouwen, of met een bodyboard, luchtbed of opblaasboot urenlang de branding onveilig maken. Luxe in een huisje met drie slaapkamers, de tuinslang beneden om je af te spoelen, twee blokjes échte Milka chocola bij de café con leche, een volleyball/badminton net in de tuin en Spaanse vanilletoetjes op vrijdag. 

En al gingen we jarenlang zo voor vier hele weken naar Spanje, we wisten heel goed dat dat niet normaal was. Niet vanzelfsprekend iets waar je recht op hebt omdat je het je toevallig kunt veroorloven, maar iets waar je dankbaar voor moet zijn. En dan komt dat genieten vanzelf. 

                     

Veel mensen hebben me gevraagd hoe je een wereldreis bij elkaar spaart als je nog niet eens klaar bent met studeren. Ik denk dat wie door de week studeert, best in het weekend en vakanties kan werken. En verder is het ook geen ruimte-wetenschap: sparen is minder uitgeven dan er binnenkomt. Ik heb altijd een prepaid telefoon gehad die iemand anders niet meer wilde, ik heb geen tablet of laptop, geen auto, geen t.v. of dvd-speler, geen iPod, iPad, iPhone of andere i-Dingen. En ik mis ze ook niet. Mijn hele garderobe, deels donaties van vrienden en familie die wél graag winkelen, past de drie la´s van één ladekast. Ik vind bij iemand thuis eten gezelliger dan hip dineren en mijn horloge is een originele Markt®, en geeft precies dezelfde tijd aan als een Rolex met Sawarowski diamanten. Mooi man!

Maar dat betekent niet dat er niet elke dag luxe is om van te genieten. Want ik denk dat échte luxe niet voor de rijksten qua geld is, maar qua geluk: blij zijn met wat je hebt. En ik geniet dus van blokjes chocola, een ochtend uitslapen en in pyama ontbijten, samen of alleen muziek maken, fietsen door het bos, verse koffie, nieuwe dingen leren uit boeken or ervaringen, in de sneeuw lopen of bij zonsopgang op de motor naar mijn werk rijden. Omdat het een luxe is.

                                

Maar zelfs als je maar weinig nodig hebt, is het niet gemakkelijk om als vrijwilliger uit Quito op vakantie te gaan. Want hoe kun je voor tien dollar per nacht in het simpelste hostel lekker slapen als je weet dat de families van de markt met zijn zevenen twee bedden delen, in een kamer zonder ramen naast de gevangenis en tegenover de hoerenbuurt voor vijfendertig dollar per maand, waar ze zeven dagen per week tien uur per dag voor moeten werken? Of in je eentje drie tot vijf keer uitgeven wat zij met de hele familie te besteden hebben? Omdat je je het “verdiend hebt”?

Om mijn geweten te sussen zoek ik kleine familie-hostels die geen creditcards accepteren, koop ik mijn water, brood en fruit bij zoveel mogelijk verschillende winkeltjes en probeer ik de almuerzo´s van de kleine restaurants in de zijstraatjes. En zo is het goed. Want wat is nou de meerwaarde van een zwembad als je kilometers zee voor je deur hebt? Of een bubbelbad als je een karakteristieke douche met warm water uit de tank op het dak kunt hebben? Luxe ontbijten achter glas met trommelende worstvingers en nagellak gesprekken, als je dat ook op de stoeprand in de Ecuadoriaanse ochtenddrukte van het dorpscentrum kunt doen? Een cabaña van alle gemakken voorzien voor vijfendertig dollar, als een bejaard echtpaar twee deuren verderop een kamer heeft met een kapotte ventilator en zonder licht in de badkamer, maar met een privé balkon met uitzicht op zee voor tien dollar per nacht, die ze aan hun niet-bestaande pensioen kunnen toevoegen? Inderdaad, die keuze is snel gemaakt.

Maar hier zit ik nu, in de houten ontbijtzaal van hostal Nantú, en ik wil hier weg. Ik weet, mensen hebben verschillende manieren van doen, en mijn (voor-)oordeel is snel en oppervlakkig. Misschien hebben ze vóór ze die bus huurden wel net een Amerikaans maandsalaris aan één of ander ecologisch community project gegeven. Of misschien ook niet. Wie weet. Hoe dan ook, ze kunnen toch tenminste “alsjeblieft” en “dankjewel” zeggen. Hoeft niet eens in het Spaans. Glimlachen mag ook. Gratis.

Fijne vakantie nog, en geniet ervan.

Het leven is een luxe.

                               

Groetjes van Nelly zonder iPhone / iPad

verzonden vanaf een internet café zonder zwembad

op mijn eerste wereldreis bestemming.  

 

P.S. Het contrast met de mensen waarmee we werken (collega´s en families van de markt) was zó groot, dat ik er een liedje over moest schrijven. Dankjewel voor de inspiratie, hier is "Hole in my pocket": www.youtube.com/watch?v=0Nn95N-M6Eo Hope you like it!

—————

Terug