Een jaar van huis: de grote kleine context van dubbel en dwars.
02-06-2015 16:34Ken je dat gevoel: dat je op wereldreis gaat, dat je in de eerste twee maanden in Ecuador een jaar vertraging oploopt en dat je dan bedenkt dat een verhaal met filosofische diepgaande overdenkingen dan wel op zijn plaats is? Nee? Bij deze een impressie. :)
Ik wist dus precies wat ik wilde, ik moest alleen nog even op zoek naar een filosofisch diepgaande overdenking die als rode draad voor mijn verhaal kon dienen. Normaal komt zoiets vanzelf onder de douche, bij een kop koffie of een willekeurige andere gedachtenloze activiteit zoals wandelen of gitaar spelen. Maar zelfs na drie dagen douchen tot het warme water op was (lees: zeven minuten in plaats van vijf), na in alle bekende koffietentjes een tweede kopje inspiratie te hebben besteld en elk stadspark binnen een straal van twee kilometer zo´n drie keer te hebben rondgekuierd, lukte het maar niet om een jaar van ervaringen in één van Nelly´s Grote Wijsheden te vangen. Misschien, dacht ik, moet mijn jaar-van-huis-blog dan niet gaan over levenslessen in de Grote Context van ons bestaan.
Misschien moet het gaan ...
• Over de dagen dat je op crackers en bananen leeft, de lunch overslaat, je vakantie uitstelt of door een huisfeest probeert heen te slapen omdat je Ecuadoraanse bacterie-vrienden weer eens een onafhankelijke kolonie in je maag-darm-stelsel hebben uitgeroepen.
• Over hoe „twee huizenblokken verder“ best kan betekenen dat het na twee huizenblokken nog tien kilometer is.
• Over De Grote Vraag waarom niet iedereen gewoon zijn werk kan doen. (??)
• Over die keer dat je jezelf op een zondagmiddag buitensloot en je anderhalf uur lang samen met de buren met een vijl en een steen aan een touwtje probeerde binnen te komen, waarna er toch een man met een slijptol aan te pas moest komen (echt waar).
• Over het bejaarde echtpaar dat bij gebrek aan pensioen elke dag met een barbecue in onze straat gebakken banaan zit te verkopen.
• Over Andrés van vijf die stopt zijn omgeving te terroriseren als je hem een doos met blokken geeft, totdat Jordi zijn toren omver gooit omdat hij óók blokken wil, en ze samen elkaar en de omgeving terroriseren.
• Over hoe een kamer met één poster aan de muur, een spaarlamp en “Isa te amo mucho” (Isa ik hou van jou”) op de kastdeur een beetje thuis werd.
• Over die keer dat de beveiligers van de gevangenis bij de markt zomaar hadden besloten om te gaan staken, zodat de gevangenen op die zonnige zaterdagmorgen gewoon door de voordeur naar buiten konden lopen (je moet ze nageven: punt gemaakt!), terwijl wij net met drie buitenlanders kerstcadeautjes en voedselpakketten over de markt aan het slepen waren.
• Over hoe we altijd en overal over onze schouder kijken en over de avonden dat je om half zeven met een film in bed kruipt omdat je de betekenis van „voor het donker thuis zijn “ hebt herontdekt.
• Over Eddy van zes die zijn buurman met een pen een gat in zijn wang steekt en dan harder begint te huilen dan zijn slachtoffer omdat hij zo geschrokken is.
• Over hoe een familie van zeven op de prijs van een iPhone een half jaar overleeft.
• Over dat verwarrende moment dat iemand zegt dat het motor-ongeluk “niet zo erg” was, want “ze droegen een helm”.
• Over dat “de spijker op zijn kop”-gevoel als je aan een moeder vraagt wat ze graag zou willen dat haar kinderen zouden leren over seksuele voorlichting, en ze zegt: “Over hoe je kinderen moet opvoeden.”
• Over je collega of collega-vrijwilliger op je schouder laten uithuilen en over de dagen dat je het zelf ook allemaal even niet meer weet.
• Over „Kip of vlees?“ – “Kip” – “Die hebben we niet…” en hoe je dan zonder verbazing schouderophalend maar gewoon vlees bestelt.
• Over het feit dat op de websites van Ecuadoraanse busmaatschappijen alleen een telefoonnummer staat, zodat je kunt bellen om de dienstregelingen op te vragen.
• Over hoe het niveau van anticipatie in het verkeer het best omschreven kan worden door: de remweg begint waar men eigenlijk stil had willen staan.
• Over hoe ik als enige van vierendertig volwassenen mijn hand opstak na de vraag wie er nog nooit door zijn ouders was geslagen.
• Over de chaos op de wc als er twee vijfjarige vrienden ongezien een half uur hun gang hebben kunnen gaan met zeep, water en wc-papier.
• Over huisgenoten die met chocola aankloppen in je Ecuadoraanse griep-week, de enige week in het jaar dat je geen zin hebt in chocola, en dat je er toch blij mee bent.
• Over de mannen die geen idee hebben dat hun „tsss, tsss, fuck you!“ nét iets anders betekent dan het oneerbare voorstel dat ze in gedachten hadden.
• Over hoe mijn heimwee na een jaar beperkt is tot acute dicht- en knutselneigingen rond vijf december en hoe ik zou willen dat je vanillevla op de post kon doen.
• Over dat moment dat je collega binnenkwam en vroeg: „Nelly, wil je iets voor me doen? Wil je getuige zijn voor het huwelijk van mijn broer?“ – „Eh, ja hoor. Wanneer?“ – „Nu, maar je moet wel doen alsof je katholiek bent! Vamos!“.
• Over de vraag waarom de put maar zo zelden gedempt wordt als het kalf verdronken is.
• Over hoe je probeert altijd meer te geven dan je neemt, en hoe je daardoor altijd meer krijgt dan je geeft.
En in die alledaagse dingen vind ik dan misschien toch die Grote Context waar ik naar op zoek was en waar het uiteindelijk allemaal om draait: de vraag of het het waard was. En dat was het. Dubbel en dwars. (Hoewel het dus heus niet allemaal geweldig is, maar geen zorgen :P) Met dank aan iedereen die (een stukje van) deze ervaring met mij heeft willen delen.
„Everyone is trying to accomplish something big,
Not realizing that life is made up of little things.”
Dankjewel
—————