Hoe het allemaal begon...
21-03-2013 12:55Toen ik op een zonnige herfstdag in oktober naar de ontwakende wereld lag te kijken met mijn mijmerende wekkerradio op de achtergrond, wist ik het ineens zeker. Ik ging het gewoon doen, het project dat al maanden door mijn hoofd spookte. Het enige dat ik wist was dat ik nog niet wist waar ik aan begon. Dat vond ik een goed begin en een motiverende gedachte.
Ik was een vijfdejaars geneeskunde studente met een Engels-Spaans-Portugese talenknobbel, liefde voor muziek, sport, lezen en schrijven en een onbegrensde sympathie voor kinderen en ouderen. Betoverd door de mystiek van het onbekende en uitgerust met een verzameling recessieve bezorgdheidsgenen; er waren voor mij manieren genoeg om de wereld een beetje mooier te maken. Ik wilde in verschillende landen vrijwilligerswerk gaan doen en daarover stukjes schrijven om anderen ook nieuwsgierig, enthousiast, meer tevreden of geïnspireerd te maken. Geen bescheiden doel , maar, zo wist ik: “the ones who are crazy enough to believe that they can change the world, are the ones who do.” Maar eerst maar eens douchen en op zoek naar een ontbijt buitenshuis: mijn organisatie-skills moesten nog wel een beetje bijgeschaafd worden.
Leuk hoor, zo’n wereldkaart, maar waar moet je beginnen als je ineens écht een plan moet maken? Overal waren wel projecten die hulp konden gebruiken. Mijn lijstje telde na een uur brainstormen zo’n dertig plaatsen in zes werelddelen. Hmmm. Toch maar even wereldwijzer-advies inwinnen. “Praktisch haalbaar” leek mij een zinnig criterium. Ijsland was teveel uit de richting, Australië te duur. Canada was allebei. “Veilig” leek mij een goede volgende stap, hoewel dit natuurlijk maar relatief is en er veel van jezelf afhangt. Niet naar Colombia of Ethiopië. Teveel terreur-paranoia in Amerika. Vijf criteria later waren er nog tien landen over: Ecuador, Peru, Bolivia, Argentinië, Brazilië, Nepal, Thailand, Cambodja, Oeganda en Senegal. Praktisch haalbaar en relatief veilig voor een vrouw alleen als je je verstand gebruikte.
Nu ik wist waar ik heen wilde, kon ik op zoek naar projecten. Dat kon niet moeilijk zijn: overal zijn handen nodig en er is veel goeds te doen. En inderdaad, ik werd overspoeld door mogelijkheden op internet. Kom bij ons! Wij hebben een weeshuis, een ziekenhuis en een school. Wij halen je op van het vliegveld en je krijgt 24-uurs Nederlandstalige begeleiding. Wij gaan paragliden en raften in het weekend. Wij vragen slechts €1700,- per maand. Toch maar weer even het forum met ervaringsdeskundigen geraadpleegd.
Daar schrok ik van. Ik vond artikelen over de business van vrijwilligersorganisaties en over de nadelige effecten van projecten waar niet goed over is nagedacht, ook als de bedoelingen soms wel goed zijn. Hoe weeshuizen soms vol zitten met kinderen die geen wees zijn, hoe daar gewoon geld aan wordt verdiend, hoe schrijnend het is wanneer er helemaal niets verandert als de bevolking niet betrokken wordt bij de projecten en hoe vrijwilligers gaan dokteren, les geven of huizen bouwen terwijl ze geen flauw idee hebben waar ze mee bezig zijn, op plaatsen waar mensen nu eenmaal niets beters hebben; het “nieuwe kolonialisme”. Oei. Met een nieuwe set criteria begon mijn zoektocht opnieuw: duurzame projecten in samenwerking met de bevolking, selectie van vrijwilligers, langer dan drie maanden voor de continuïteit en niet meer dan een redelijke vergoeding gevraagd. Zo kwam ik uit op een aantal initiatieven op het gebied van voorlichting, ondersteuning in de gezondheidszorg, sociale projecten onder toeziend oog van een professional, onderwijsprojecten en een een TEFL-cursus waarmee ik gekwalificeerd zou zijn om Engelse les te geven.
Niet dat ik al iets met de organisaties van die projecten af kan spreken: daarvoor ben ik veel te lang weg en bovendien ga ik veelal naar ontwikkelingslanden waar “organisatie” nu eenmaal een andere betekenis heeft dan hier. Maar mijn lijstje met mogelijkheden is uitgebreid genoeg om er vrij zeker van te zijn dat ik overal wel een project kan vinden dat werkelijk bestaat om zichzelf op den duur overbodig te maken. Nu alleen nog mijn verzekering regelen, inentingen afronden en mijn eerste vliegticket boeken: vertrekdatum eind april!
Maar het vrijwilligerswerk is maar de helft van mijn project: met de stukjes die ik ga schrijven wil ik anderen op een leuke manier iets vertellen over mensen, plaatsen en situaties die ze normaal misschien niet tegenkomen. Ik denk dat we onszelf en anderen zo beter kunnen zien als deel van de wereld waar we allemaal bij horen en ik hoop dat ik mensen zo kan inspireren om op hun manier iets aan die wereld bij te dragen. Daar hoort natuurlijk een website bij. Bloed, zweet en tranen (ik ben absoluut geen IT’er: mijn telefoon heeft nog knopjes!), maar ik ben erg trots op het resultaat: kijk maar eens op projectimagine.nl met informatie over het project, en klik op “blog” voor nieuws en verhalen … of vind Project Imagine all the people op facebook met een like-knop voor volgers en supporters!
Ik ben Nelleke Reckers, 27 jaar en op een mooie herfstdag wist ik het ineens zeker: Project Imagine all the people zou er komen. Nu alleen nog even op zoek naar een ontbijtje! :)
—————