Onafhankelijke reisorganisatie JeWeetHetNooit? Count me in!

29-10-2013 19:06

(Benieuwd naar wat vooraf ging? Zie: ¨Aaadembenemend Quilotoa: wankelende paarden op de rand van een vulkaan.¨)

¨Wat denken we, is dit te toeristisch?¨ We zijn net uit de laadbak van onze redder in nood geklommen en nu staan we met onze rugzakken midden op de enige weg door het gehucht Chungchilán voor het hostel Cloudforest. De houten constructies en kleurrijke hangmatten zien er uitnodigend uit, dus we wandelen naar binnen om te vragen wat het kost. We krijgen samen een kamer met een badkamer en, jawel, warm water (én koud water: twee knoppen aan de douche deze keer) voor 12,50 inclusief diner en ontbijt.

                             

Bij de open haard maken we onze plannen voor de volgende dag onder het genot van koffie en warme chocomel. Nee, niet ¨óf¨, ¨én¨ ! Even bijkomen. Tot onze vergadering bruut wordt onderbroken door de ontdekking van de playroom met een pingpongtafel, twee pooltafels, een dartboard, tafelvoetbal en een gitaar met vijf snaren. Oh never grow up. We pingpongen twee uur (en fanatiek! :P) terwijl de anderen een rondje gaan wandelen in de regen en zij die de douche hebben geprobeerd één voor één komen vertellen hoe heerlijk die wel niet was.

We hervatten onze planningsactiviteiten tijdens het avondeten en we komen overeen dat we morgen een truck nemen naar de kaasfabriek. Eén uur lopen, zei onze gastheer wederom, maar van verschillende kanten hoorden we dat dat ¨dus¨ drie uur was. En vanaf daar zouden we op zoek gaan naar het echte ¨cloudforest¨ (is daar een vertaling voor?) met misschien een waterval, en vanaf daar terugwandelen naar Chungchilán. ¨Eén uur, bergafwaarts,¨ zou dat een standaarduitdrukking zijn? We trekken er drie uur voor uit zodat we zeker weten dat we de laatste bus terug naar Quito halen. ¨De bus gaat om twee uur.¨ Ooh, sweet déjà vu. Maar deze keer zijn deze doorgewinterde Quilotoa-gangers erop voorbereid.

Na een korte nacht, de heerlijkste douche tot nu toe in Ecuador, een ontbijt met koffie en vers fruit en het bijvullen van de waterflessen, stappen we weer eens met zijn allen in een laadbak, op weg naar een kaasfabriek boven op een berg deze keer. Wauw, wat een uitzicht! (En aauww, wat een hobbels :P)

                             

De kaasfabriek is eigenlijk ¨het kaasfabriekje¨: zo´n zeven bij zeven meter en met maar twee werknemers waarvan één er al dertig jaar werkt. Voor een dollar krijgen we een tour, wat zoveel betekent als dat één van de mannen uitlegt wat ze op dat moment aan het doen zijn, en daarna onze vragen beantwoordt. Ze maken de lokale soort ¨Andean cheese¨ en mozerella, die ze niet alleen in Quito en Guayaquil verkopen, maar ook in Peru, Colombia en zelfs in de VS en Europa. We kopen een huisgemaakt aardbijenijsje voor vijfentwintig cent, we bedanken de mannen voor hun tijd en we gaan op zoek naar het wolkenwoud (:D) met de waterval.

                           

Theoretisch gezien zou een bos in deze omgeving niet moeilijk te vinden moeten zijn. Eén weg gaat terug naar waar we vandaan komen, en de andere kant op moet dus een woud met de waterval zijn. Dichtbij. Maar na drie kwartier tussen de weilanden met hutjes en koeien gelopen te hebben, hebben we nog niets gezien dat voor een bos door kan gaan. Rechtsom keert dan maar, terug naar Chungchilán.

Onderweg komen we om de zoveel tijd wandelaars tegen die hun eerste ervaring met ¨één uur, bergafwaarts¨ doormaken en na twee uur wandelen te horen krijgen dat ze nog minstens een uur verder moeten. Ook voor ons is het geen uur, uiteraard, maar wél bergafwaarts. En wederom: gelukkig duurt het langer. Wat een heerlijke wandeling in een schitterende omgeving.

                             

Ruim op tijd voor de de bus komen we aan in Chungchilán, maar we checken toch maar even of de bus wel écht om twee uur gaat. Jaja, zeker, twee uur. We hebben dus nog precies tijd om iets te eten op de markt. We staan net met een bordje friet met vis of gebakken ei in onze hand, als we horen dat we moeten rennen als we nog met de bus mee willen. Het is half twee.

Er zijn geen zitplaatsten meer, maar als het moet, past er veel meer in een bus dan je je voor kunt stellen. En we zijn wat gewend hier. Gelukkig komen er gaandeweg steeds meer stoelen vrij, en komt de bus ondanks de mist en regen op de smalle glibberige bergweggetjes veilig aan in Latacunga. We hoefden maar één keer achteruit te rijden voor een haarspeldbocht met afgrond omdat er een bus van de andere kant kwam: niet slecht!

                            

Wie dacht dat de rij van zestig mensen voor het loket in Latacunga lang was: de rij voor de bus naar Quito is drie keer zo lang. Godzijdank mag iedereen een kaartje kopen in de bus, anders hadden ze de dame achter het loket wel kunnen afvoeren.  Hoeveel bussen er gaan en wanneer? ¨Nunca se sabe,¨ zegt de politieman die ook hier de rij in de gaten houdt. Je weet het nooit. Ok.

En inderdaad, ik denk dat dat een prima samenvatting van onze trip is. Nunca se sabe. Waar je moet zijn, waar je heen gaat of waar je uitkomt. Of er water is. Warm of koud. Of allebei. Of er een bus komt. En hoe laat. Of er een wolkenwoud is. En waar dan. Hoe lang je moet lopen. Omhoog of omlaag. Je weet het nooit. Heerlijk! Count me in voor de volgende. 

 

—————

Terug