Visum-aanvraag: welkom in de bureaucratische republiek Ecuador

25-05-2014 16:50

“ Waar is de rest van je documenten? Ik kan je geen nummertje geven als je die niet hebt,” zegt de receptionist nors. Emily heeft de rest van mijn documenten. Maar Emily is nog niet hier. “Dan kan ik je niet helpen,” zegt ze.Geen sorry. Het spijt haar ook niet.

Twintig minuten wachten later is Emily er wel. Ik vul de nog lege plekken op mijn formulier in: moet je bij “straat, stad, land” je Ecaudoriaanse of Nederlandse gegevens invullen? Volgens Emily maakt het niet uit. Terug bij de receptie maakt de vrouw zuchtend gaatjes in mijn papieren en legt ze dan demonstratief op de voorgeschreven volgorde. Ik krijg een nummertje waarna ik me een half uur lang beneden zit af te vragen welk nummer er aan de beurt is, voordat we naar de wachtkamer twee verdiepingen hoger (op piso 1 (?) :P) worden gestuurd, waar net nummer zeven wordt afgeroepen. Ik heb nummer achtentwintig.

                       

Anderhalf uur later zit ik met mijn formulieren voor het bureau van een duidelijk verveelde kantoormedewerkster in mantelpak. Ze bladert samen met haar mannelijke college door mijn map en geeft hem dan aan me terug. “Bij “adres” moet je je adres in Ecuador opgeven, niet je Nederlandse.” Ik kijk haar vragend aan.“Hebben jullie dan een nieuw formulier voor me?” Het eerste exemplaar had ik bij het internetcafe beneden gehaald, voor vijftig cent. “Nee, die hebben we niet.” Ah. “Maar ik hoef toch niet weer helemaal achteraan te sluiten als ik een nieuw formulier heb, he?” Ze glimlacht vaag. “Nee, dan kun je gewoon in een keer doorlopen. Oh ja, en er is geen vrijwilligersvisum voor een half jaar, dus je moet je aanvraag-brief ook opnieuw uitprinten: aanvraag voor 365 dagen.” De man van het internetcafe die de brief had opgemaakt naar het standaardmodel is blijkbaar minder goed op de hoogte dan de “hij weet precies hoe het werkt” doet vermoeden.

Het is inmiddels een uur of tien en ik ga in het internetcafe achteraan in de groeiende rij met bij het ministerie teruggestuurde mensen staan. Geheel volgens Ecuadoriaans gebruik worden er vijf mensen geholpen (die na mij binnenkwamen) voordat de eigenaar aan mijn brief lijkt te beginnen, maar na nog eens tien voordringers blijkt dat hij me alweer vergeten was. Na drie kwartier heb ik een nieuwe brief, met gaatjes, en een nieuw formulier om in te vullen. Wie doet me wat, op naar het bureau van mijn nieuwe vriendin.

                                   

“Oh, je bent “ocupacion” vergeten in te vullen.” Ik begin de “e” en de “s” van “estudiante” in te vullen, als ik me bedenk waarom ik het open had gelaten. Is dat student of vrijwilliger? “Zet er “voluntario” neer, want dat is waarvoor je je visum nodig hebt,” zegt de vrouw. Ze kijkt toe hoe ik de “e” en de “s” weer doorstreep en dan zegt ze: “Nee, nu moet je een nieuw formulier invullen, je kunt niets doorstrepen.” Ik kijk haar lachend aan. Jaja. Haha. Gringa. Maar ze lacht niet terug en lijkt niet te begrijpen wat ik zo grappig vindt. “Nee, echt: er mag niets op je formulier doorgestreept zijn. En op dat moment weet ik zeker dat ze bij het ministerie aandelen in het internetcafe beneden hebben. Daar wacht ik weer een half uur als de eerste in de rij om twee nieuwe forumulieren te halen, één om “voluntario” in te vullen en één reserve, voordat ik mijn weg weer terug zoek naar el ministerio. De bewaker bij de deur kent me al.

Ik vul het formulier voor de derde keer in als ik zie dat “date of issue” en “place of issue” in het deel van het formulier staan waar ook mijn paspoortgegevens ingevuld moeten worden. Ik had aangenomen dat de “issue” van vandaag het aanvragen van mijn visum was, dus ik had daar al drie keer “Quito” en de datum van vandaag ingevuld. De vrouw had het drie keer gezien en er niets van gezegd.

Maar ik heb een reserveformulier. Ik vul de plaats en datum van uitgifte van mijn paspoort in en keer terug naar “mijn” loket. En jawel, vier formulieren, twee brieven en vier uur later accepteren ze mijn aanvraag. Over twee dagen mag ik terugkomen.

Twee dagen later trek ik s ochtends om half negen nummer 47. Een kwartier later beginnen ze nummer 1 af te roepen. Dus. Maar uiteindelijk kom ik aan de beurt: ik geef mijn paspoort af en vul alweer een formulier in (geen idee waarvoor, maar deze keer in een keer goed!) en ik mag om drie uur weer terugkomen.

                                        

Iets over drieen wandel ik weer (!) de trap op naar de eerste verdieping op de tweede verdieping, waar als ik aankom al zo n honderdvijftig (echt!) mensen zitten te wachten. Oh oh. Rijen in Ecuador… Ik vraag de beveiligingsdame of er een systeem is, want ik zie geen nummers. “Nee, ga daar maar ergens zitten en vraag wie de laatste is.” Jaja. Ik mag dan net een visum aangevraagd hebben, ik ben al langer dan vandaag in Ecuador. “Zijn er geen nummers?” Ze schudt haar hoofd.”Hoe weet ik dan of ik wel aan de beurt ben?” Ze haalt haar schouders op. “Als er niemand anders opstaat als er “volgende” geroepen wordt, ben jij aan de beurt,” zegt ze en ze draait zich om. Daarmee is de kous af.

In de krap drie minuten die ik binnen ben, zijn er al drie mensen binnengekomen die zonder met iemand te praten op een willekeurige plaats zijn gaan zitten. Gelukkig blijkt na een half uur dat mijn vriendin van de beveiliging gewoon geen zin had me te vertellen dat de mensen per soort visum worden afgeroepen. Ik heb visum 12-VII en geheel onrechtvaardig sta ik nog eens een half uur later met mijn vsum in mijn paspoort geplakt voor het ministerie. Wauw.

                                      

Ik heb wel een cappucchino verdiend om dat te vieren! Met gebak.Toch? ;) 

—————

Terug